Woord van de week: peer-to-peer

‘Peer to peer’ of P2P klinkt hip, maar de term is niet nieuw. P2P staat voor een netwerk van computers die op een gelijk niveau met elkaar verbonden zijn om informatie uit te wisselen. Het is een actueler model dan het klassieke systeem waarbij computers aan een server hangen en voor hun data afhankelijk zijn van die server (en daar dus alles moeten up- of downloaden). Voorbeelden van P2P-systemen zijn Bittorrent.com of de digitale munt Bitcoin.

De term heeft soms nog een negatieve bijklank omdat het oorspronkelijk uit de computerpiraterij komt: P2P-netwerken waren illegale sites waar gebruikers muziek, games, films etc. uitwisselden. Veel illegales sites zijn intussen opgedoekt, of verwaterden vanzelf omdat er teveel malware meeglipte tussen de gebruikers.

In de volgende video wordt bevattelijk duidelijk gemaakt wat de verschillende toepassingen zijn van peer-to-peer netwerken.

Bij uitbreiding, en meer actueel, is P2P een netwerk van gebruikers (een ‘community’) die elkaar op voet van gelijkheid behandelen en onderling informatie delen. Deze beweging rond P2P zet zich duidelijk verder, met bijvoorbeeld studentennetwerken, wooncoöperatieves en autodelen. In die zin kunnen we ook spreken van het ontstaan van een peer-to-peer economie. Op een studiedag van Howest en stad Kortrijk gaf oa. Thomas Rooselaer een mooi overzicht van wat deze economie is of zou kunnen zijn.

Uiteraard kan je, als je over P2P spreekt ook niet naast de P2P foundation kijken. De grote inspirator achter deze foundation is cyberfilosoof Michel Bauwens. Een mooi interview met hem kan je terugvinden bij MO.